Bedieningselement
|
Alle elementen die door middel van een handeling kunnen worden bediend, zoals grepen, handvatten en knoppen aan deuren en ramen, automaten of apparaten. Bijvoorbeeld: liften, ventilatiesystemen, intercomsystemen, telefoons, parkeerautomaten, betaalautomaten, pin/chipautomaten, koffie-/theeautomaten, drank-/snoepautomaten, volgnummerautomaten, internetzuil (waarbij toetsenbord en muis bedienbaar moeten zijn), informatiezuil, computerwerkplek, cataloguscomputer e.d.
|
Braille
|
Een speciaal voor blinden ontwikkeld lees- en schrijfalfabet.
Braille is een zogenaamd reliëfalfabet: de letters en andere aanduidingen worden door middel van voelbare puntjes, die met de vingertoppen ‘gelezen’ kunnen worden, aangegeven.
|
FM- en IR-installatie
|
Zend- en ontvanginstallatie, o.a. ten behoeve van mensen met een auditieve beperking, via radiofrequenties (RF) of Infrarood (IR) bestaande uit zender/straler(s) + meerdere ontvangers met koptelefoon of kinbeugels en meerdere ontvangers met halslus.
|
Gebruiksfunctie
|
Gedeelten van één of meer bouwwerken op een perceel of standplaats, die dezelfde gebruiksbestemming hebben en die samen een gebruikseenheid vormen.
|
GPA
|
Gehandicapten Parkeerplaats Algemeen (GPA), parkeerplaats gereserveerd voor mensen die een gehandicaptenparkeerkaart hebben. Wordt ook wel AGP (Algemene Gehandicapten Parkeerplaats) of AIP (Algemene Invaliden Parkeerplaats) genoemd.
|
Helling
|
Een schuin op- of aflopend(e) vloer of terrein die de verbinding vormt tussen twee verschillende hoogtes.
|
Hellingbaan
|
Een aangelegde helling die hoofdzakelijk door rolstoelgebruikers en/of mensen met een beperkte beenfunctie wordt gebruikt om geringe (tot één meter) hoogteverschillen te overbruggen.
|
Inclusie
|
Een recht voor personen met een beperking en tegelijkertijd een plicht voor de samenleving om een inclusieve maatschappij te ontwerpen.
![](/Portals/0/Afbeeldingen/ITstandaard2020/1%20Algemeen/ITS20_A-.-05%20Begrippen_inclusie.png)
|
Integraal toegankelijke sanitairruimte
|
Een integraal toegankelijke sanitairruimte bevat de minimale ruimte waarbinnen een persoon met een rolstoel/rollator geacht wordt zelfstandig douche-, toilet- en wastafelhandelingen te kunnen verrichten. Daarnaast is in deze sanitairruimte ook ruimte voor assistentie om toiletpot of douche te bereiken/verlaten/gebruiken.
|
Integraal toegankelijke
toiletruimte
|
Een integraal toegankelijk toilet bevat de minimale ruimte waarbinnen een persoon met een standaard handbewogen rolstoel geacht wordt zelfstandig toilet- en wastafelhandelingen te kunnen verrichten.
|
Loopafstand
|
Afstand tussen twee punten gemeten langs een denkbeeldige kortst realiseerbare vloeiend verlopende lijn.
|
Looproute
|
Route die bestemd is voor voetgangers (met of zonder loophulpmiddel).
|
Onderrijdbaar
|
Voornamelijk gebruikt voor inrichtingselementen ten behoeve van rolstoelgebruikers die met de rolstoel onder een tafel, werkblad of automaat moeten kunnen komen.
|
Object
|
Het verzamelwoord voor gebouwen, producten, voorzieningen, parken (waaronder o.a. dieren- en attractieparken), openbaar vervoer en openbaar gebied.
|
Ringleiding
|
Zorgt ervoor dat slechthorenden met een hoortoestel het geluid van televisie, radio of het geluid in bijv. een concertzaal of kerk kunnen beluisteren. Het geluidssignaal wordt aangesloten op een versterker. Deze versterker zendt het geluidssignaal door een draad (de ring) die in lussen langs plint of plafond is aangelegd. Door middel van inductie ontvangt het hoortoestel het signaal uit de ringleiding. Elke individuele luisteraar met een hoortoestel kan draadloos gebruikmaken van deze ringleiding.
|
Rookcompartiment
|
Het gedeelte van één of meer gebouwen bestemt voor maximaal uitbreidingsgebied van rook.
|
Routegeleiding
|
Voorziening om voor blinden en slechtzienden het volgen van een route mogelijk te maken.
Voelbaar door herkenbaar afwijkend reliëf in de vloerafwerking en/of bestrating. Zichtbaar door het gebruik van duidelijke kleurcontrasten tussen materialen.
Routegeleiding kan op een natuurlijke wijze door gebruik te maken van de met de taststok voelbare randen van de looproute, zoals continu doorlopende opsluitbanden, gevels, afrasteringen en balustrades. Dit zijn zogenoemde (natuurlijke) gidslijnen. Waar deze natuurlijke begeleiding ontbreekt, is een aanvullende voorziening nodig in de vorm van een geprofileerde afwerking van het loopoppervlak in de richting van de looproute, een zogenoemde geleidelijn. Zie hoofdstuk H1.C02 of check: www.pbtconsult.nl/LINK??
|
Rookvrije vluchtroute
|
Van rook gevrijwaarde route die begint bij een toegang van een rookcompartiment of een sub-brandcompartiment, uitsluitend voert over vloeren, trappen of hellingbanen en eindigt op een veilige plaats zonder dat men gebruik hoeft te maken van een lift.
|
Noodtrappenhuis
|
Trappenhuis in een gebouw/complex, uitsluitend bedoeld om te gebruiken om het pand te kunnen verlaten in geval van calamiteiten. Een noodtrappenhuis is uitdrukkelijk niet bedoeld voor regulier dagelijks gebruik.
|
Trap in de vluchtroute
|
Een trap bedoeld om te gebruiken om jezelf in veiligheid te brengen in geval van calamiteiten.
|
Veiligheidstrappenhuis
|
Trappenhuis van een gebouw als onderdeel van een brand- en rookvrije vluchtroute voert en dat in de vluchtrichting uitsluitend kan worden bereikt vanuit een niet-besloten ruimte.
|
Trappenhuis
|
Verkeersruimte waarin zich een trap bevindt.
|
Technische ruimte
|
Ruimte voor het plaatsen van de apparatuur, noodzakelijk voor het functioneren van een gebouw, zoals een meterruimte, een liftmachineruimte en een stookruimte.
|
Toegangsroute
|
Een toegangsroute is de weg tussen het gebruiksvlak aan de buitenzijde van de hoofdtoegang van een object en het dichtstbijzijnde trottoir aan de openbare weg.
Deze route kan bestaan uit een combinatie van paden, trappen, hellingbanen en liften.
|
Toegankelijkheidssector
|
Gedeelte van een gebouw dat mede toegankelijk is voor rolstoel- en rollatorgebruikers.
|
Trottoirverlaging
|
Verlaging in het trottoir die het mogelijk maakt de rijbaan of een andere aangrenzende weg te bereiken.
|
Vals plat
|
Een schuin op- of aflopend pad, vloer of terrein die de verbinding vormt tussen twee verschillende hoogtes met een helling flauwer dan 1:25.
|