3 H2.A01 Hoofdtoegang


Definitie

Een (hoofd-)toegang bestaat uit een doorgang waardoor het gebouw of terrein wordt betreden met aan beide zijden van die doorgang een gebruiksvlak.

Randvoorwaarden

  • Bij toegankelijkheid wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdtoegang en overige toegangen. 
  • Onderstaande eisen hebben betrekking op de ‘hoofdtoegang’ en op die toegangen die als vervanger van de hoofdtoegang dienen, zoals een aparte entree in een sporthal voor scholen.
  • Afwijkende routes voor rollator-, scootmobiel-, rolstoelgebruikers e.d. moeten worden vermeden: een ‘hoofdtoegang’ is er voor iedereen.

Locatieeisen

  • De route via een eventuele aparte toegankelijke toegang (naast de hoofdtoegang) mag maximaal 10m langer zijn dan de reguliere route.
  • De hoofdtoegang bevindt zich op de primaire route tussen de openbare weg en de entreeruimte en is de toegang met het adres (straat + huisnummer) van het bijbehorende gebouw.
  • Aan de buitenzijde van deze toegang bevinden zich voorzieningen zoals bel, brievenbus, intercom, camera e.d. Aan de binnenzijde bevinden zich receptie, beveiliging, kassa e.d.
  • De entree moet door vorm en/of kleurstelling in het gevelvlak herkenbaar zijn.
  • De entree moet rechtstreeks toegang geven tot de verkeersgebieden in het gebouw.
  • Wanneer het gebruik van het gebouw voor verschillende groepen door gescheiden ruimten/routes gaat, gelden voor elke groep afzonderlijk en voor elke ruimte afzonderlijk de ITs-criteria. Bijvoorbeeld:

o moskee: damesingang en route door gebouw en hereningang en route door 
   gebouw
o school: entree voor onderbouw en entree voor bovenbouw.

Uitvoeringseis

  • Aansluitend vóór- en achter de doorgangligt een bereikbaar en toegankelijk horizontaal obstakelvrij gebruiksvlak ≥ 2,1 x 2,1m.
  • De obstakelvrije bedieningsruimte naast de slotzijde van deuren is ≥ 500mm breed, ténzij de deur is voorzien van een deurautomaat.
  • Drempels mogen een hoogteverschil hebben van maximaal 20mm (gemeten tussen bestrating/ terreinverharding en de bovenkant van de onderdorpel). Eventueel in combinatie met een helling van 1:6 voor maximaal 50mm extra hoogteverschil. 
  • De vrije doorgang van toegangen/deuren is ≥ 0,85 x 2,3m (voor objecten van voor 2008 geldt ≥ 0,85 x 2,1m).
  • De openingshoek van draaiende deuren is minstens 90 óf de deurbreedte is zodanig dat een blok van 0,85 x 1,2 x 2,3m (B x L x H) door deze opening kan.
  • Bij dubbele deuren is de vrije doorgang bij de eerst te openen deur ≥ 0,85m.
  • Bedieningskracht (de met de hand uit te oefenen kracht op de greep/deurkruk om de deur te kunnen openen) ≤ 40 newton voor buitendeuren. Deurautomaat toepassen, indien de waarden voor de bedieningskracht niet gerealiseerd kunnen worden.

Specifieke eisen bij individuele woningen (voor toegangen tot woongebouwen gelden bovenstaande eisen):

  • vóór de toegang ligt een vrij oppervlak ≥ 1,5 x 1,5m of ≥ 1,2 x 1,5m (bij galerijen)
  • achter de toegangligt een vrij oppervlak ≥ 1,5 x 1,5m of ≥ 1,35 x 1,85m (looprichting)
  • de vrije opstelruimte naast de slotzijde van deuren is ≥ 350mm breed, tenzij de deur is voorzien van een deurautomaat.

Artikel Bouwbesluit

Afd. 4.4: aanstuurtabel 4.21.

Toepassingsgebied

 

Bijbehorende criteria

2 E1.-01
3 H1.B01
3 H1.C02
3 H5.C03
3 H5.C04
3 H5.C05
3 H5.C07
3 H5.C08
3 H5.C09
3 H5.C10
3 H5.C11
3 H5.C12
3 H5.C13
3 H5.C14
3 H5.C15
3 H5.C16
3 H6.C01
3 H6.C02
3 H6.C11
3 H6.C16

Verlichting
Afzet- en Opstapplaats
Routegeleiding
Deur
Schuifdeur
Tourniquet
Toegangssluis
Toegangspoortje
Deurgreep 
Deurkruk
Deurdranger
Deurautomaat
Bel
Brievenbus
Intercom
(vloer) Spleet
Bedieningselement
Balie
Garderobe
Markering

Maatvoering hoogteverschil binnen - buiten

 

Maatvoering opstel- en manoeuvreerruimte