3 H3.C04 Borstwering
Definitie
|
Een begrenzing van een vloer met als primaire functie het voorkomen van het van de vloer afvallen. Er bestaat in de ITstandaard-benadering een verschil tussen een borstwering en een leuning (3 H3.C03).
|
Randvoorwaarden
|
De toepassing (hoogteverschil), minimale hoogte, eisen met betrekking tot doorvalbeveiliging etc. liggen vast in het bouwbesluit. Onderstaande eisen zijn alleen van toepassing op transparante gesloten borstweringen.
|
Locatie-eisen
|
|
Uitvoeringseisen
|
- Transparante (bijv. hardglazen) borstweringen moeten aan de bovenzijde zijn voorzien van een profiel (voor de zichtbaarheid van de borstwering) met een minimale maat van 20mm hoogte.
- Het profiel moet een contrasterende kleur hebben ten opzichte van het materiaal van de aansluitende borstwering. Contrastwaarde (LRV1 – LRV2): ≥ 0,3 (zie 2 E2.-01).
- Geen scherpe hoeken aan het omvatbare deel van het profiel, afrondingsstraal hoeken ≥ 5mm.
|
Artikel Bouwbesluit
|
Art. 2.18 (Integrale Nota van toelichting).
|
Toepassingsgebied
|
|
Bijbehorende criteria
|
3 H4.C01
|
Trap- en Hellingbaanleuning
|
Maatvoering
|
![](/Portals/0/Afbeeldingen/ITstandaard2020/3%20Criteria/H3/ITs20_H3.C04%20Borstwering.PNG) |
Toegankelijkheid en bruikbaarheid van de gebouwde omgeving.