3 H7.C04 IT-Alarminstallatie


Definitie

Alarminstallatie waarmee vanuit liggende positie (op de grond) of onderuit gezakt vanuit een rolstoel een alarmsignaal in een toiletruimte IT of sanitairruimte IT in werking kan worden gesteld.

Randvoorwaarden

  • Het alarm (akoestisch en visueel) moet zijn door gekoppeld naar de buitenzijde van de ruimte en naar een ruimte waar verwacht kan worden dat er een medewerker aanwezig is dat kan reageren, bijvoorbeeld: receptie, beveiliging, e.d..
  • Nadat het alarm in werking is gesteld, mag dit alleen vanuit de toiletruimte IT of sanitairruimte IT kunnen worden uitgezet (gereset).

Locatie-eisen

 

Uitvoeringseisen

  • Rondom, langs alle wanden een doorgaand signaalkoord op 0,35 0,4m+ vloer, verbonden met een alarmschakelaar.
  • Bedieningskracht om de alarmschakelaar in werking te stellen over de gehele lengte van het alarmkoord ≤ 30 newton.
  • Voor een goede werking van het alarm mogen er niet meer dan 3 hoeken in het alarmkoord worden opgenomen.
  • De kleur van het koord (bij voorkeur rood) moet contrasterend zijn met de achtergrond (contrastwaarde ≥ 0,3 (zie 2 E2.-01)
  • Buiten de ruimte, boven of naast de deur, een alarmlamp met zoemer:

o frequentie visueel + auditief: per minuut 30 “piepjes” van 1 seconde
o geluidsterkte: minimaal 85dB.

  • Buiten de ruimte, op een plaats waar tijdens openingsuren altijd iemand aanwezig is, moet het signaal met een direct zichtbare en hoorbare melding (alarmlamp en zoemer/bel) doorkomen. Dit geldt ook wanneer het alarm is opgenomen in een gebouwbeheersysteem. 
  • Binnen de ruimte een verklikkerlampje dat aangeeft dat het alarm in werking is getreden.
  • Een reset-bedieningsknop in de ruimte op een hoogte 0,7 1,35m+ vloer en ≥ 0,5m uit een inwendige hoek.
  • Indien andere systemen worden gebruikt dan hierboven genoemd, zal de gelijkwaardigheid qua werking en veiligheid moeten worden aangetoond. Of de veiligheid en/of werking gelijkwaardig is, is ter beoordeling van de ITs Keuringsinstantie.

Opvolging van een alarm:

  • Binnen 2 minuten een check van het alarm in de ruimte waar het alarm in werking is gesteld.

Artikel Bouwbesluit

 

Toepassingsgebied

Een goed functionerende alarminstallatie moet aanwezig zijn in alle als toegankelijk aangemerkte sanitaire ruimten waarin zich een toiletpot bevindt.

Bijbehorende criteria

3 H7.A01
3 H7.A05

Toiletruimte IT
Sanitairruimte IT

Afmetingen en positie alarmelementen