2-E1.01 Verlichting
Definitie
|
Verlichtingssterkte wordt uitgedrukt in de eenheid lux (1 lux = 1 lumen/m²).
We onderscheiden 2 basisvormen van verlichting (bron: Kennis over Zien):
1. |
Basisverlichting; dit is de verlichtingssterkte die nodig is voor oriëntatie, mobiliteit en veiligheid (het verplaatsen in de ruimte).
|
2. |
Taakverlichting; is de extra verlichtingssterkte die nodig is voor detailwaarneming / uitvoeren van detailtaken (zoals lezen, precisie werk).
|
|
Achtergrond
|
Goede (kunstmatige) verlichting is belangrijk voor iedereen, maar zeker ook voor mensen met een visuele beperking, om gebouwen veilig en comfortabel te gebruiken. Hellingen en trappen zijn in dit verband de meest gevaarlijke plaatsen om te vallen.
Het is belangrijk dat verlichting niet verblindend werkt en abrupte veranderingen in verlichtingsniveaus (bijv. tussen verschillende ruimten) moeten worden vermeden.
Vooral voor oudere personen is het verlichtingsniveau erg belangrijk, omdat bijvoorbeeld voor het lezen het verlichtingsniveau tot wel vier keer hoger moet zijn dan voor jongere personen. Aanpasbare kunstmatige verlichting komt daarom alle mensen ten goede. Voor personen met een auditieve beperking is goede kunstverlichting belangrijk voor liplezen en gebarentaal.
|
Randvoorwaarden
|
Er worden nu in het kader van toegankelijkheid nog geen eisen gesteld aan de manier van verlichting, zoals:
- |
positionering van de armaturen in relatie tot inrichting en inkijk in de lichtbron
|
- |
de mate van afscherming van de lichtbronnen (maat voor verblinding/ lichthinder).
|
In de volgende versie van de ITstandaard zullen hier in samenwerking met ‘Kennis over Zien’, nadere eisen worden ontwikkeld.
Kennis over zien is een samenwerkingsverband van Bartiméus, Koninklijke Visio, Robert Coppes Stichting, Oogvereniging en MaculaVereniging, en is bedoeld voor voor ontwikkeling en kennisdeling m.b.t. mensen met visuele beperkingen.
|
Locatie-eisen
|
Vloerspots kunnen verblindend en desoriënterend werken en moeten daarom in verkeersruimten spaarzaam en met beleid worden toegepast.
|
Uitvoeringseisen
|
Buiten:
|
|
- |
algemeen (basisverlichting)
|
≥ 10 lux op het loopoppervlak
|
- |
markeringsverlichting
|
≥ 50 lux op het te markeren object
|
- |
informatieborden
|
≥ 200 lux op het bord
|
- |
trappen, hellingen, liften (basisverlichting)
|
20 – 50 lux op treden/loopvlak
|
Binnen:
|
|
- |
algemeen (basisverlichting)
|
≥ 100 lux op het loopoppervlak
|
- |
markeringsverlichting
|
≥ 200 lux op het te markeren object
|
- |
verblijfsruimten (basisverlichting)
|
300 – 500 lux
|
- |
trappen, hellingen, liften (basisverlichting)
|
150 – 200 lux op treden/loopvlak
|
- |
werkplekverlichting (taakverlichting)
|
tot 2.000 lux op het werkvlak (afhankelijk van de werkzaamheden)
|
|
Enkele toepassingsvoorbeelden van verschillende soorten werplekverlichting (bron: NEN 12461-1):
|
|
|
Archiveren, kopiëren enz.
|
300 lux
|
|
|
Schrijven, lezen, gegevensverwerking
|
500 lux
|
|
|
Technische tekenen
|
750 lux
|
|
|
Werken met CAD-systemen
|
500 lux
|
|
|
Conferentie en vergaderruimten
|
500 lux
|
|
|
Receptiebalie
|
300 lux
|
|
|
Archieven
|
200 lux
|
|
Artikel Bouwbesluit
|
|
Artikel EN17210
|
|
Bijbehorende criteria
|
3-H1.02
|
Parkeergarage
|
3-H1.03
|
Toegangsroute
|
3-H1.07
|
Buitentrap |
3-H4.04
|
Tribunetrap
|
|
Toegankelijkheid en bruikbaarheid van de gebouwde omgeving.