RG: 2-06 Objectmarkering
Definitie
|
Objectmarkeringen worden aangebracht wanneer er zich aan de geleidelijn een informatieobject bevindt met voor de volger van de lijn relevante informatie en/of een relevante functie, bijvoorbeeld een informatiezuil of in het openbaar vervoer een OV-chipkaartlezer, kaartautomaat, S&A zuil, DRIS-paneel met audiovoorziening, etc..
|
Randvoorwaarden
|
- Wanneer het informatieobject zich niet rechtstreeks aan de doorgaande geleidelijn bevindt, wordt met de objectmarkering aangegeven dat er een geleidelijn ("informatielijn") naar het informatiepunt start.
- Materiaal dat in kleur, tast en zo mogelijk klank afwijkt van de aanwezige bestrating.
- Het gebruikte materiaal moet antislip zijn.
|
Uitvoeringseisen
|
- Uitvoering: vlakke klanktegel, vlakke rubbertegel, keramische tegel, betontegel troffel epoxy met carborundum inlage, staal/aluminium (niet reflecterend). Objectmarkeringen kunnen dus niet worden uitgevoerd met een noppentegel zoals deze wordt gebruikt bij een waarschuwingsmarkering.
- Afmeting vlak: 600 x 600mm.
- Bij glad oppervlak (bijv. staal, aluminium, keramiek) profiel aanbrengen voor een betere voelbaarheid en antislip.
- K-waarde markering – aansluitende bestrating: 30.
|
Voorbeelden
objectmarkering
|
![](/Portals/0/Afbeeldingen/Routegeleiding%202021/Deel%202/2-06_01.PNG)
Principe van een objectmarkering
(zonder informatielijn)
|
![](/Portals/0/Afbeeldingen/Routegeleiding%202021/Deel%202/2-06_02.png)
Voorbeeld van een objectmarkering
|
|
Toegankelijkheid en bruikbaarheid van de gebouwde omgeving.