3 H5.C05 Tourniquet

Definitie

Via een knop of bewegingssensor gestarte, door een motor aangedreven, draaideur met compartimenten.

Randvoorwaarden

• Afmeting van de individuele compartimenten voldoende voor een rolstoel (incl. duwhulp) of scootmobiel om daarin te manoeuvreren.
• De draaisnelheid en de anti-botsingsensoren van de tourniquet moeten zodanig zijn afgesteld dat wanneer iemand plots blijft stilstaan, de tourniquet tot stilstand komt voordat de betreffende persoon wordt “geschept” (wel aangeraakt, maar niet uit evenwicht gebracht). 

Locatie-eisen

Uitvoeringseisen

• De tourniquet dient te worden uitgevoerd met twee draaisnelheden: de “toegankelijke” (langzame) snelheid en een standaard hogere snelheid waardoor de doorloopcapaciteit van de tourniquet toeneemt. 
• De stand toegankelijk/langzaam dient door een knop op de binnen- en buitenzijde te kunnen worden geactiveerd. Deze knop bij voorkeur aan de linker toegangsstijl (binnen en buiten) van de tourniquet.
• Zowel buiten als binnen een gebruiksvlak voor de instapopening. Voor afmeting zie tekening.
• Knophoogte tussen 0,9 en 1,2m+ vloer en minimaal 0,5m uit een inwendige hoek.
• Knopoppervlak 40 x 40mm, voorzien van rolstoelsymbool, met kleurcontrast ≥ 0,3 (zie 2 E2.-01).
• Glasvlakken van zowel de draaiende delen als de vaste delen voorzien van glasmarkering.
• Na activeren van de ‘langzaam draaien’-stand dient de betreffende cel één volledige arbeidsslag (betreffend compartiment betreden t/m betreffend compartiment verlaten) te maken, alvorens automatisch terug te keren naar de hogere draaisnelheid.
• Wanneer de individuele cellen van de tourniquet te klein zijn voor de verschillende in de tekeningen aangegeven gebruikers, moet binnen 10m van de tourniquet ook een loopdeur aanwezig zijn. Deze loopdeur heeft dezelfde openingstijden, zelfstandige gebruiksmogelijkheden, geeft toegang tot dezelfde binnen/buiten ruimte als de tourniquet en heeft een vrije doorgang van tenminste 0,85 x 2,3m.
  Voor de afmeting van de gebruiksvlakken voor rollator, rolstoel, scootmobiel of persoon met taststok of hulphond zie “2 E.-07 – Gebruiksruimten” in hoofdstuk Ergonomische uitgangspunten.
• Draairichting linksom.

Artikel Bouwbesluit

Toepassingsgebied

Bijbehorende criteria

H2.A01

Hoofdentree

Maatvoering diverse soorten tourniquets